Hallo!
In het kader van mijn opleiding in de Master Meertalige Communicatie doe ik onderzoek naar de (on)omkeerbaarheid van nevenschikkingen in vaste woordcombinaties in het Nederlands.
Een voorbeeld van zo'n nevenschikking is: iets met horten en stoten zeggen.
In dit onderzoek ga ik na of de volgorde in die nevenschikkingen vast is of niet, dus of de nevenschikking ook omgekeerd kan voorkomen: iets met stoten en horten zeggen.
In deze enquête komen 73 nevenschikkingen aan bod waarvan je kan aanduiden welke volgorde volgens jou normaal is. De vragen zien er als volgt uit:
(iets met) horten en stoten (zeggen) - (iets met) stoten en horten (zeggen)
De woorden tussen haakjes dienen enkel om meer context te geven bij de nevenschikking.
Je kan dan kiezen welke volgorde volgens jou normaal is. Je kan ook kiezen voor 'beide' als je denkt dat beide volgordes normaal zijn, wat mogelijk is.
Alvast bedankt voor je deelname!