.

Hoe denken ouders over opvoeding?

Geachte Heer / Mevrouw, neem alstublieft een paar minuten tijd om de volgende enquête in te vullen.

Beveiligd
Hoe denken ouders over opvoeding?
1

Welke rollen behoren volgens u tot een vader en een moeder?

2

Welke vaardigheden/ eigenschappen moet uw kind later kunnen/ hebben? (Bv.: zelfstandig zijn, eerlijk zijn, creativiteit, sportiviteit, familietradities voortzetten,…)

3

3. Tijdens de opvoeding spreken we van een primair- (gezin), secundair- (beroepsopvoeders), tertiair- (georganiseerde activiteit) en quartair (maatschappij en massamedia) opvoedingsmilieu. Vindt u dat het secundaire, tertiaire en quartaire opvoedingsmilieu meer/ evenveel/ minder invloed mag hebben dan het primaire opvoedingsmilieu (het gezin)?

Kies één of meer antwoorden
4

Situatie 1: Op het oudercontact krijgt u als ouder van je zoon(10 jaar) te horen dat hij meedoet aan pesterijen op school. Wat is uw reactie als ouder?

5

Situatie 2: U winkelt met uw dochter in de supermarkt. Als u buitenkomt, vertelt ze u in vertrouwen dat ze stiekem een chocoladereep heeft meegenomen uit de winkel. Wat is uw reactie als ouder?

6

Welke bedreigende factoren vormen volgens u een risico voor de verdere ontwikkeling van uw kind? (Bv.: ‘slechte’ vrienden, massamedia,…)

7

Wat vindt u van sociale media tijdens de ontwikkeling? (Bv.: storend, want…; kansrijk, want…)

8

Situatie 1: U leert uw kind (5 jaar) fietsen op de openbare weg. Plots rijdt uw kind van het fietspad af. Een auto nadert, maar weet op tijd te stoppen. Hoe reageert u hierop?

9

Situatie 2: Uw dochter (14 jaar) wil voor het eerst naar een plaatselijke chirofuif. Ze wil graag, net zoals al haar vriendinnen, tot 2 uur blijven. U vindt dit veel te laat. Hoe reageert u op haar vraag?

10

Situatie 3: Jouw kind (6 jaar) moet om haar zwemdiploma te kunnen halen van de duikplank springen. Ze durft niet. De zweminstructeur laat jou 5 minuten met haar praten. Wat zegt u tegen uw dochter?

11

11. Als u uw kind beloont, welke beloningen past u toe? Geef voorbeelden.

12

12. Welk van onderstaande beloningen, geeft u het meest? Duid aan.

Kies één of meer antwoorden
13

13. Als u uw kind straft, welke straffen past u toe? Geef voorbeelden.

14

14. Welk van onderstaande straffen, hanteert u het meest? Duid aan.

Kies één of meer antwoorden
15

Beseft u dat ook uw onbewust gedrag wordt doorgegeven aan uw kind? Schrap wat niet past.

Kies één antwoord
16

Vindt u dat u steeds bewust moet zijn van u voorbeeldfunctie naar u kind toe, waarom wel/niet?

17

Welke opvoedingsstijl denkt u te hanteren? Duid aan

Kies één of meer antwoorden
18

Hanteert u dezelfde opvoeding die uzelf gehad heeft of voedt u doelbewust op een andere manier op?

19

Hoe reageert u op de emotionele behoeften van uw kind? Probeert u te luisteren en te begrijpen wat er speelt, ook als u het gedrag misschien niet goedkeurt?

20

19. Hoe geeft u grenzen aan binnen het gedrag van uw kind? Welke regels en verwachtingen stelt u, en hoe zorgt u ervoor dat uw kind begrijpt waarom ze belangrijk zijn?

21

Hoe zorgt u ervoor dat je uw kind begeleidt, maar ook hun eigen keuzes respecteert? Bent u ervan bewust van hoe uw invloed op hun gedachten en gevoelens hun zelfvertrouwen en zelfstandigheid kan beïnvloeden?