.

Het Organizational Cultural Assessment Instrument (OCAI)

Deze vragenlijst is bedoeld om de huidige organisatiecultuur te begrijpen en te analyseren. We vragen ook naar het gewenste beeld. Hiermee kunnen we de culturele fit tussen de bestaande cultuur en de gewenste agile cultuur onderzoeken, en vaststellen welke veranderingen nodig zijn.

Beveiligd
Vul de vragenlijst, eerst in met in uw gedachten hoe de organisatiecultuur NU is.
1

1. Dominate kenmerken - NU

Verdeel 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De organisatie heeft een zeer persoonlijk karakter. Ze heeft veel weg van een grote familie. De mensen lijken veel met elkaar gemeen te hebben.
0
0
100
B: De organisatie is zeer dynamisch en er heerst een echte ondernemersgeest. De mensen zijn bereid hun nek uit te steken en risico's te nemen.
0
0
100
C: De organisatie is sterk resultaatgericht. Het werk af zien te krijgen is de grootste zorg. De mensen zijn erg competitief en gericht op het boeken van resultaten.
0
0
100
D: De organisatie is strak geleid en gestructureerd. Formele procedures bepalen in het algemeen wat de mensen doen.
0
0
100
2

2. Leiding van de organisatie - NU

Verdeel wederom 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De leiding van de organisatie gedraagt zich in het algemeen als mentor, faciliteert en stimuleert.
0
0
100
B: De leiding van de organisatie spreidt in het algemeen ondernemingslust ten toon, evenals vernieuwingsgezindheid en risicobereidheid.
0
0
100
C: De leiding van de organisatie geeft in het algemeen blijk van een no-nonsense instelling, agressiviteit en resultaatgerichtheid.
0
0
100
D: De leiding van de organisatie geeft in het algemeen blijk van coördinerend en organiserend gedrag en maakt de indruk van een soepel draaiende, efficiënte machine.
0
0
100
3

3. Personeelsmanagement - NU

Verdeel 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De managementstijl van de organisatie wordt gekenmerkt door teamwerk, consensus en participatie.
0
0
100
B: De managementstijl van de organisatie wordt gekenmerkt door persoonlijke risicobereidheid, vernieuwing, vrijheid en uniciteit.
0
0
100
C: De managementstijl van de organisatie wordt gekenmerkt door niets ontziende competentie, hoge eisen en prestatiegerichtheid.
0
0
100
D: De managementstijl van de organisatie wordt gekenmerkt door zekerheid omtrent de baan, de voorschriften, voorspelbaarheid en prestatiegerichtheid.
0
0
100
4

4. Het bindmiddel van de organisatie

Verdeel 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, bestaat uit loyaliteit en onderling vertrouwen. Betrokkenheid bij de organisatie staat hoog in het vaandel.
0
0
100
B: Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, bestaat uit betrokkenheid bij innovatie en ontwikkeling. De nadruk ligt op het streven in de bedrijfstak voorop te lopen.
0
0
100
C: Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, bestaat uit de nadruk op prestaties en het bereiken van doelstellingen. Agressiviteit en winnen zijn gangbare thema's.
0
0
100
D: Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, bestaat uit formele regels en beleidstukken. Instandhouding van een soepel draaiende organisatie is belangrijk.
0
0
100
5

5. Strategische accenten - NU

Verdeel 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De organisatie legt de nadruk op menselijke ontwikkeling. Een grote mate van vertrouwen, openheid en participatie zijn niet weg te denken.
0
0
100
B: De organisatie legt de nadruk op het aanboren van nieuwe bronnen en het creëren van nieuwe uitdagingen. Uitproberen van nieuwe dingen en zoeken naar kansen wordt gewaardeerd.
0
0
100
C: De organisatie legt de nadruk op wedijverend gedrag en prestaties. Het bereiken van ambitieuze doelstellingen en overwinning in de markt spelen de hoofdrol.
0
0
100
D: De organisatie legt de nadruk op behoud van het bestaan en stabiliteit. Efficiëntie, beheersbaarheid en een soepele uitvoering spelen de hoofdrol.
0
0
100
6

6. Succescriteria - NU

Verdeel 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De organisatie definieert succes op grond van de ontwikkeling van human resources, teamwerk, de betrokkenheid van het personeel en zorg voor de mensen.
0
0
100
B: De organisatie definieert succes als kunnen beschikken over zo uniek mogelijke of de nieuwste producten. Ze kan worden beschouwd als innovatief en toonaangevend wat haar producten betreft.
0
0
100
C: De organisatie definieert succes als winnen in de markt en de concurrentie de loef afsteken. Concurrerend marktleiderschap staat centraal.
0
0
100
D: De organisatie definieert succes binnen het kader van de efficiëntie. Betrouwbare levering, soepel verlopende schema's en goedkope productie zijn van cruciaal belang.
0
0
100

De volgende vragen zijn hetzelfde als in het eerste deel, alleen nu gaat het over de toekomst. Het gaat er dus wederom om om per onderdeel de 100 punten te verdelen over de 4 stellingen. Met in uw gedachten welke organisatiecultuur het beste past bij uw organisatie om succesvol te blijven. 

7

1. Dominate kenmerken - Toekomst

Verdeel 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur beschrijft. Vul de vragenlijst in met in uw gedachten welke organisatiecultuur het beste past bij uw organisatie om succesvol te blijven.
Verdeel 100 punten
A: De organisatie heeft een zeer persoonlijk karakter. Ze heeft veel weg van een grote familie. De mensen lijken veel met elkaar gemeen te hebben.
0
0
100
B: De organisatie is zeer dynamisch en er heerst een echte ondernemersgeest. De mensen zijn bereid hun nek uit te steken en risico's te nemen.
0
0
100
C: De organisatie is sterk resultaatgericht. Het werk af zien te krijgen is de grootste zorg. De mensen zijn erg competitief en gericht op het boeken van resultaten.
0
0
100
D: De organisatie is strak geleid en gestructureerd. Formele procedures bepalen in het algemeen wat de mensen doen.
0
0
100
8

2. Leiding van de organisatie - Toekomst

Verdeel wederom 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur van de toekomst het best beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De leiding van de organisatie gedraagt zich in het algemeen als mentor, faciliteert en stimuleert.
0
0
100
B: De leiding van de organisatie spreidt in het algemeen ondernemingslust ten toon, evenals vernieuwingsgezindheid en risicobereidheid.
0
0
100
C: De leiding van de organisatie geeft in het algemeen blijk van een no-nonsense instelling, agressiviteit en resultaatgerichtheid.
0
0
100
D: De leiding van de organisatie geeft in het algemeen blijk van coördinerend en organiserend gedrag en maakt de indruk van een soepel draaiende, efficiënte machine.
0
0
100
9

3. Personeelsmanagement - Toekomst

Verdeel wederom 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur van de toekomst het best beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De managementstijl van de organisatie wordt gekenmerkt door teamwerk, consensus en participatie.
0
0
100
B: De managementstijl van de organisatie wordt gekenmerkt door persoonlijke risicobereidheid, vernieuwing, vrijheid en uniciteit.
0
0
100
C: De managementstijl van de organisatie wordt gekenmerkt door niets ontziende competentie, hoge eisen en prestatiegerichtheid.
0
0
100
D: De managementstijl van de organisatie wordt gekenmerkt door zekerheid omtrent de baan, de voorschriften, voorspelbaarheid en prestatiegerichtheid.
0
0
100
10

4. Het bindmiddel van de organisatie - Toekomst

Verdeel wederom 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur van de toekomst het best beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, bestaat uit loyaliteit en onderling vertrouwen. Betrokkenheid bij de organisatie staat hoog in het vaandel.
0
0
100
B: Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, bestaat uit betrokkenheid bij innovatie en ontwikkeling. De nadruk ligt op het streven in de bedrijfstak voorop te lopen.
0
0
100
C: Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, bestaat uit de nadruk op prestaties en het bereiken van doelstellingen. Agressiviteit en winnen zijn gangbare thema's.
0
0
100
D: Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, bestaat uit formele regels en beleidstukken. Instandhouding van een soepel draaiende organisatie is belangrijk.
0
0
100
11

5. Strategische accenten - Toekomst

Verdeel wederom 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur van de toekomst het best beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De organisatie legt de nadruk op menselijke ontwikkeling. Een grote mate van vertrouwen, openheid en participatie zijn niet weg te denken.
0
0
100
B: De organisatie legt de nadruk op het aanboren van nieuwe bronnen en het creëren van nieuwe uitdagingen. Uitproberen van nieuwe dingen en zoeken naar kansen wordt gewaardeerd.
0
0
100
C: De organisatie legt de nadruk op wedijverend gedrag en prestaties. Het bereiken van ambitieuze doelstellingen en overwinning in de markt spelen de hoofdrol.
0
0
100
D: De organisatie legt de nadruk op behoud van het bestaan en stabiliteit. Efficiëntie, beheersbaarheid en een soepele uitvoering spelen de hoofdrol.
0
0
100
12

6. Succescriteria - Toekomst

Verdeel wederom 100 punten over de 4 stellingen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur van de toekomst het best beschrijft.
Verdeel 100 punten
A: De organisatie definieert succes op grond van de ontwikkeling van human resources, teamwerk, de betrokkenheid van het personeel en zorg voor de mensen.
0
0
100
B: De organisatie definieert succes als kunnen beschikken over zo uniek mogelijke of de nieuwste producten. Ze kan worden beschouwd als innovatief en toonaangevend wat haar producten betreft.
0
0
100
C: De organisatie definieert succes als winnen in de markt en de concurrentie de loef afsteken. Concurrerend marktleiderschap staat centraal.
0
0
100
D: De organisatie definieert succes binnen het kader van de efficiëntie. Betrouwbare levering, soepel verlopende schema's en goedkope productie zijn van cruciaal belang.
0
0
100