.

Vragenlijst leerkrachten

Beste collega's,

Deze vragenlijst stuur ik jullie toe, om een beter beeld te krijgen welke kennis en ervaring jullie als team hebben over taalonderwijs aan anderstalige leerlingen. Ook wil ik graag te weten komen wat jullie al doen om deze leerlingen te stimuleren in hun taalontwikkeling en waar jullie tegenaan lopen. De antwoorden zullen worden gebruikt om te kijken wat er binnen de school nodig is om voor de anderstalige leerlingen het taalbeleid te verbeteren.

Met vriendelijke groeten,

Irina Sarolea

Nt2-Impuls

Beveiligd

Maak een enquête

1

Weet jij welke kinderen uit jouw groep meer dan twee talen (waarvan 1 Nederlands) spreken?

Kies één of meer antwoorden

ja

nee

2

Weet jij welke taal/talen je leerlingen thuis spreken?

Het betreft ook een streektaal of dialect.

ja

nee

3

Hoe schat je je eigen kennis over taalleerprocessen in op een schaal van 1-10?

4

Welke kennis heb je over taalleerprocessen? Waar heb je die kennis opgedaan?

Eigen ervaringen tellen ook als kennis.

5

Welk deel van de schooldag (percentage) produceren jouw leerlingen op school gesproken taal.

Dit antwoord betreft de hele groep! Onder gesproken taalproductie valt: geven van antwoorden, stellen van vragen, overleggen en communicatie tijdens spelen. Geef antwoord in een percentage.

6

Wordt er op die gesproken taalproductie gereflecteerd/feedback gegeven?

zelden

soms

regelmatig

vaak

vrijwel altijd

7

Hoe ziet de reflectie/feedback eruit?

Kies één of meer antwoorden

Expliciete feedback, je vertelt de leerling dat hij/zij iets fout doet en vertelt hoe het hoort.

Impliciete feedback, je herhaalt het woord/de zin op de juiste wijze, zonder echt op de fout te wijzen.

Je vraagt de leerling na te denken over wat hij/zij heeft gezegd.

leerlingen geven elkaar feedback.

Anders (specificeer alstublieft)

8

Welk deel van de schooldag (percentage) is er sprake van schriftelijke taalproductie door de leerlingen?

Dit betreft het schrijven van woorden en zinnen. Het gaat hierbij over de hele groep.

9

Wordt er op die schriftelijke taalproductie gereflecteerd/feedback gegeven?

Kies één antwoord

zelden

soms

regelmatig

vaak

bijna altijd

10

Hoe ziet die reflectie/feedback eruit?

Kies één of meer antwoorden

nakijken en individueel bespreken

nakijken en fouten laten verbeteren

klassikaal nakijken en/of bespreken

kinderen geven elkaar feedback en verbeteren zo hun taalvaardigheid

tijdens het werken feedback geven

leerlingen kijken het werk zelf na.

Anders (specificeer alstublieft)

11

Hoe is de uitspraak van jouw anderstalige leerling(en)?

goed

vrij goed, maar sommige klanken zijn nog moeilijk

matig, nog veel klanken zijn niet duidelijk. Er is geen verschil hoorbaar tussen verschillende Nederlandse klanken (bijvoorbeeld: i-e, a-aa, ui-eu)

De leerling is heel moeilijk of vaak niet te verstaan, doordat hij/zij de klanken nog niet goed kan uitspreken.

12

Help jij de anderstalige leerling(en) om hun uitspraak te verbeteren? Zo ja, hoe?

13

- Hoeveel keer per dag wordt jij geconfronteerd met situaties waarin anderstalige leerlingen in de klas niet goed meekomen?

Kies één antwoord

nooit

1 tot 2 keer per dag

3 tot 5 keer per dag

6 keer of meer per dag

14

Welke verschillende hulpmiddelen zet jij in?

Dit betreft alles wat je extra doet om deze leerling mee te laten doen in de les. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: zelf helpen, andere leerlingen inzetten, leerling iets laten opzoeken, leerling ander werk geven, visuele ondersteuning bieden, ...

15

Begrijpen anderstalige leerlingen jou altijd goed?

Kies één antwoord

nooit

soms

meestal

altijd

16

Ga je na een instructie of een opdracht na of de anderstalige leerling jou goed begrepen heeft? Zo ja, hoe doe jij dat?

17

Krijgen anderstalige leerlingen extra ondersteuning (extra handen) binnen of buiten de klas? Zo ja, waar bestaat die ondersteuning uit qua tijd en inhoud?

18

Houd jij bij hoe de taalontwikkeling van de anderstalige leerling verloopt? Zo ja, hoe?

19

Weet jij naar welke taaldoelen jij toewerkt bij deze specifieke leerlingen?

Kies één antwoord

nee

een beetje

vrij goed

heel goed

20

Mogen jouw leerlingen elkaar helpen of samenwerkend communiceren in de moedertaal/thuistaal of een andere steuntaal*?

steuntaal is een taal die de leerling (beter) beheerst en die je inzet om iets te verduidelijken.

Nee, nooit

Alleen als ik het aangeef.

Bijna altijd, behalve als ik aangeef dat het niet mag

Altijd

Anders (specificeer alstublieft)

21

Waarom wel of niet?

22

Maak je zelf wel eens gebruik van een steuntaal* in communicatie met (een) leerling(en)?

Een steuntaal is een taal die de leerling (beter) beheerst en die je inzet om iets te verduidelijken. Het kan de moedertaal/thuistaal van de leerling zijn, maar dat hoeft niet.

Nee, nooit. Ik vind dat niet verstandig.

Ja, soms, want het helpt de leerling en mijzelf.

Ja, regelmatig, want dat helpt de leerling en mijzelf.

Bijna altijd als de leerling iets niet begrijpt, want dan kunnen zowel de leerling als ikzelf verder met de les.

Anders (specificeer alstublieft)

23

Waar loop jij tegenaan tijdens het werken met anderstalige leerlingen?

Kies één of meer antwoorden

Ik weet niet goed wat zij van mij nodig hebben (specifieke onderwijsbehoeften).

Ik krijg ze niet aan het praten.

Ik weet niet of ze de opdrachten begrijpen.

Ik zou graag meer willen doen, maar heb meer ondersteuning nodig, omdat ik handen tekort kom.

Ik weet niet hoe ik ze kan leren lezen in het Nederlands.

Ik weet niet op welk niveau ik ze moet laten werken bij lezen en spelling.

Ik weet niet of ik ze bij rekenen redactiesommen moet laten maken of niet.

Ik weet niet hoe ik ze zelfredzamer kan maken. Ze komen alles vragen, waardoor ik andere leerlingen niet kan helpen.

Ik weet niet goed wat ik ze de eerste dagen moet laten doen.

De kinderen praten met elkaar in hun gemeenschappelijke moedertaal/thuistaal. Dan weet ik niet wat ze zeggen, dus of ze wel aan het werk zijn.

Anders (specificeer alstublieft)

24

Waar zou jij het liefst in ondersteund worden bij het lesgeven aan anderstalige leerlingen?

25

Wat heb jij nodig om beter te kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van de anderstalige leerling(en)?

Denk hierbij bijvoorbeeld aan: kennisontwikkeling, coaching in de klas, vakliteratuur over bepaalde onderwerpen, collegiale consultatie binnen of buiten de eigen school, ... (Kom gerust met een interessante andere optie!)

26

Tot slot een aantal stellingen. Ik vind dat:

Vink de stelling aan als je het ermee eens bent.

er op school alleen maar Nederlands gesproken mag worden. Dan leren de kinderen de taal het snelst.

anderstalige leerlingen vooral het goede voorbeeld van de leerkracht nodig hebben.

de leerlingen veel met elkaar moeten praten/overleggen. Dat is beter voor de taalontwikkeling.

kinderen de taal vanzelf leren, zeker de jongere kinderen.

het zinvol is om met oudere anderstalige leerlingen bewust aan klanken (auditieve vaardigheden) te werken.

anderstalige ouders een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de taalontwikkeling van hun kind(eren) in het Nederlands.

leerlingen vooral Nederlands leren door veel te lezen.

lezen van boeken in een andere taal (moedertaal/thuistaal) zinvol is voor de taalontwikkeling van anderstalige leerlingen

kleuters de taal het best leren door het spelen met Nederlandstalige kinderen. Bewust aanbieden van woorden is daarom niet nodig voor deze kinderen.

woordenschat het allerbelangrijkste is in het aanleren van een taal. Als je veel woorden kent, kan je jezelf uiten.

zinsintonatie aanleren heel belangrijk is voor anderstalige leerlingen

moedertalen/thuistalen meer ingezet moeten worden binnen de school.

27

Deze vragenlijst vond ik:

Kies één of meer antwoorden

lastig in te vullen

makkelijk in te vullen

zinvol

zinloos

kostte te veel tijd

ik kon hem vlot invullen.

Bedankt voor het invullen!